We have a dream (2)

Even recapituleren: In 2021 gaat het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Leuven op zoek naar een organisatie om een collectief woonproject met sociaal oogmerk te realiseren op het terrein van de vroegere basisschool De Boomgaard in Kessel-Lo. Het is de bedoeling dat de aandacht toegespitst wordt op mensen met speciale woonnoden en dat het project ook een meerwaarde betekent voor de buurt. In antwoord daarop richten vijf partners een coöperatie op, te weten De Wissel, Oostrem, De Wingerd (Woonzorgnet-Dijleland), Zorg Leuven en Miss Miyagi. Ze noemen zich LIVEZ: Leuvense Initiatieven Voor Eerlijke Zorg en halen het project binnen.

Luc Deneffe en Mario Vanhaeren mochten de werking van respectievelijk De Wissel en Oostrem uit de doeken doen in de twee vorige edities van de huiskrant. In het winternummer komt ook de participatie van Zorg Leuven uitgebreid aan bod.

Een gesprek met Koen Wuyts, algemeen directeur Zorg Leuven

Koen Wuyts: “Zorg Leuven is een ‘welzijnsvereniging’ met een zeer brede waaier aan diensten. Alle door ons geleverde hulp kan daarbij terugvallen op drie pijlers: kinderopvang, thuiszorgdiensten en ouderenzorg.

De kinderopvang wordt verwezenlijkt in 4 kinderdagverblijven. Daarnaast leveren wij ondersteuning aan onthaalouders.

Onze thuiszorgdiensten hebben een uitgebreid aanbod met allerlei gezinszorg. Dat gaat dan van poets- en klusjesdiensten over boodschappen doen, eten klaarmaken, tot kraamzorg en lichte verzorging. Hiervoor beschikken we over 230 medewerkers en worden er tot 110.000 werkuren per jaar gepresteerd.
Ouderenzorg: daaronder verstaan we de opvang van senioren in zowel residentiële gebouwen – onze 4 woonzorgcentra of WZC’s – als in semi-residentiële voorzieningen: dagverblijf of kortverblijf. Daarnaast beschikken we ook over assistentiewoningen; te zien als een mogelijk tussenstapje tussen enerzijds het volledig zelfstandig wonen en anderzijds een permanent verblijf in een woonzorgcentrum.

Al onze voorzieningen liggen verspreid over de verschillende deelgemeenten van Leuven. Mensen leren ons kennen langs bv. een bezoek aan een cafetaria of een restaurant van een WZC, of via activiteiten georganiseerd door een lokaal dienstencentrum – een LDC – dat dan al of niet verbonden is aan een groep assistentiewoningen.
Het runnen van een LDC houdt in dat men verplicht is aan buurtwerk te doen. Steden of gemeenten verwezenlijken dit door activiteiten te organiseren waarbij buurtbewoners betrokken worden, in die volgorde. Wij, Zorg Leuven, focussen liever op buurtgericht werken, dat wil zeggen dat we in eerste instantie kijken naar de noden of verlangens van de beoogde buurt – onze doelgroep – en in functie daarvan een of andere werkzaamheid op poten zetten.

Het project van De Boomgaard is a.h.w. een schoolvoorbeeld van deze visie: de doelgroep bestaat uit mensen met een handicap, jongeren in problemen, personen met dementie of senioren in het algemeen en voor die diversiteit aan cliënten wil men een woonsite verwezenlijken waar elkeen zo goed en zo zelfstandig mogelijk kan functioneren. Het zit in ons DNA om over verschillende sectoren heen te werken: kinderen en jongeren, ouderen en gezinnen. Jan Vanwezer, Mario Vanhaeren en Luc Deneffe vonden het dus aangewezen Zorg Leuven te betrekken in het LIVEZ project. En wij gingen in op hun vraag.

Wij zijn er een absolute voorstander van de buurt een eigen dynamiek te laten ontwikkelen en daarbij in de eerste plaats voor elkaar behulpzaam te zijn. Wij zijn dus niet de initiatiefnemers noch de beleidsmakers; wij staan aan de zijlijn, klaar om zo nodig in te springen. Door onze nabijheid zullen we makkelijk aanspreekbaar zijn en dank zij onze professionele arbeidskrachten kan dat op een efficiënte manier gebeuren.

Het zit in ons DNA om over verschillende sectoren heen te werken

Wat de tewerkstelling betreft zouden wij o zo graag de schotten tussen de verschillende sectoren – jongeren, mensen met dementie, mensen met een handicap, senioren – neerhalen maar dat mag niet van de overheid. Het is bv. onmogelijk iemand van de thuiszorg tijdelijk in te schakelen in de residentiële ouderenzorg omdat thuiszorg werkt in een één op één verhouding; iemand van de thuiszorg mag niet instaan voor een groep bewoners in een WZC. Dat is van overheidswege in regels vastgelegd. Onderlinge samenwerking wordt door die normering fors bemoeilijkt en dat ben ik gaan aankaarten in het Vlaams Parlement. Ik heb getracht om daar een lans te breken voor het invoeren van een zg. regelluwte d.w.z. dat regelgeving in een bepaalde sector of voor een specifiek probleem tijdelijk buiten toepassing gesteld zou worden. Dit is echter tot nu toe niet gelukt. Tijdens Corona kon dit wel omdat door de pandemie de noden schrijnend hoog waren. De krappe arbeidsmarkt bij de zorg schept nu gelijkaardige noden en leidt in sommige residentiële voorzieningen zelfs tot het sluiten van een afdeling of het invoeren van een opnamestop. Terwijl in onze ogen bv. ondersteunende taken in de zorg toch zouden kunnen uitgevoerd worden door niet-zorgkundigen of niet-verpleegkundigen. Maar er moet duidelijk nog heel wat gebeuren om zo’n regelluwte te verkrijgen.

Het zo dicht bij mekaar wonen, zoals op de site van De Boomgaard, is ongetwijfeld een belangrijke opportuniteit. Wij zouden bv. kunnen foldertjes leggen om onze diensten aan te bieden aan mensen die nood hebben aan thuiszorg; dat zou hun vrijheid van keuze niet beperken maar het zou wel een voor de hand liggende oplossing voorstellen. Of bij het organiseren van – ik zeg maar iets – een kookworkshop voor senioren zouden we jongeren van De Wissel kunnen uitnodigen. Er zou zo veel kunnen op De Boomgaard, en daar ijveren we voor. Uiteraard zouden we ons strikt aan de regels houden maar we zouden wel alle mogelijkheden uitbaten. Met de huidige wetgeving kan er helaas niet veel. Op beleidsniveau is men erg terughoudend, uit angst voor wildgroei misschien of bang voor een verlies aan kwaliteit? Indien de normering niet verandert kunnen we het hele project niet voor de volle honderd procent exploiteren.

Feit is echter dat we daar aanwezig zullen zijn in elkaars onmiddellijke nabijheid, als vier organisaties met een scala aan dienstverleningen en dát zullen we wel ten volle benutten. We hebben bij elkaar makkelijk toegang tot alle informatie en we kunnen vlot doorverwijzen naar professionele krachten vlakbij. We kunnen zelfs een praktijkruimte voorzien voor een kinesist of dokter. De cliënten behouden niettemin een volledige keuzevrijheid in wat ze ondernemen en wie ze daarvoor aanspreken.

We houden tevens rekening met de mensen die er nu al wonen. Zij zullen gebruik kunnen maken van onze gemeenschappelijke ruimten. Wij op onze beurt hopen dat zij de nieuwe bewoners op een vlotte manier zullen willen leren kennen, dat ze open staan voor hen en bereid zijn hulp te bieden.

Het spontaan banden smeden met toevallige passanten zijn we in de loop der jaren door alle nieuwe technologieën wat kwijt geraakt. Vroeger zaten mensen ’s avonds aan hun deur, keuvelden met voorbijgangers en legden spelenderwijs contacten met Jan en alleman. Nu zijn ze binnen vastgekluisterd aan allerhande schermen: TV, PC, GSM. Maar… ik vind wel dat er beterschap is. Het individualisme en de roep naar autonomie verzwakken. Geëngageerde mensen doen wijken terug floreren met een veelheid aan initiatieven. Er worden alom straat- en buurtfeesten georganiseerd. Waar een tijd geleden “Onbekend is onbemind” nog volledig van kracht was, krijgen sociale activiteiten nu een stevige voet aan de grond. Bij de geplande locatie van De Boomgaard ligt een behoorlijk functionerende en dynamische buurt met een open geest. Men is er niet afkerig van ouderen, gehandicapten, jongeren of mensen met dementie, want natuurlijk… de populaties moeten ook matchen met elkaar. Het komt in zo’n kleine wijk makkelijk tot een babbel, een gezamenlijke kennis komt ter sprake en dat leidt op zijn beurt naar een oprechte interesse en een begin van affiniteit. Er zijn ondertussen al enkele buurtmomenten georganiseerd en daar kwamen heel wat geïnteresseerden op af, met verschillende ideeën en uiteenlopende belangen uiteraard, maar niet met een negatieve ingesteldheid.

Belangrijk is de kleinschaligheid; De Boomgaard gaat lijnrecht in tegen de vroegere mastodonten die makkelijk uitgroeiden tot getto’s. Wij zoeken in eerste instantie de huiselijkheid te bewaren en de levensbestendigheid te verzekeren. Anderzijds, denken we, zou er een groot verloop kunnen zijn. Het gaat tenslotte om ouderen met een hulpvraag en om jongeren die na verloop van tijd op eigen benen staan, vriend of vriendin ontmoeten en weggaan. Daarom worden de woningen ook modulair ontworpen d.w.z. dat bv. twee studio’s zullen kunnen omgebouwd worden tot één grotere woning of omgekeerd; precies omdat de bewoners en hun specifieke noden zullen wisselen. Maar alles zal zeer toegankelijk zijn: rollators en rolstoelen zullen er kunnen, de privacy van elke bewoner zal alle aandacht krijgen én hij zal zijn dag naar eigen goeddunken organiseren, met alle hulp binnen handbereik, zowel van de buurt als van professionelen.

Het project is zeker zijn gewicht in goud waard, fingers crossed voor het slagen ervan!


Auteurs: Mieke Soens & Koen Wuyts, verschenen in huiskrant De Wingerd, jaargang 32 nr 4.